Met een knipoog

Klein is fijn

Zojuist las ik een blog bij iemand, ik zal geen namen noemen, over een slungelige man met heule lange vingers. (Onder andere) Ik moest daar zo om lachen, het is zo tegendraads met wat bij mij speelt al mijn hele leven. Alles aan en in mij is (bijzonder) klein. Vooral bijzonder in mijn ogen. Dat kleine heb ik nooit echt doorgehad. Ik wist natuurlijk wel dat ik niet groot was, maar voelde me daardoor nooit kleiner dan anderen. Begrijp je wat ik bedoel?

Pas op latere leeftijd bemerkte ik dat ik opviel. En dan vooral door mijn lengte, of beter gezegd het gebrek aan. Toen ik klein was (hoor je de woordspeling?) had ik dat nog niet eens zo in de gaten omdat in mijn ogen iedereen ongeveer wel even groot / klein was. Pas later toen ik ouder werd bemerkte ik dat het stiekem ook wel een soort van handicap is om klein te zijn. Ik werkte als kapster in een kapsalon die stoelen had die je omhoog kon pompen. Hoe verzinnen ze zoiets? Omhoog? Bij mij moest ie juist omlaag! Maar dat kon die stoel niet dus was ik genoodzaakt altijd op mijn tenen te staan. Of bijvoorbeeld in de supermarkt. Wanneer ik iets wil pakken dat hoger ligt dan mijn persoonlijke reikhoogte (in mijn geval op anderhalve meter ongeveer) en ik het vertik om hulp te roepen en dat ik daardoor in een situatie gedreven word op de schappen te klimmen en daardoor weer het risico loop te vallen. Gevarengeld zou ik moeten mogen ontvangen! Echt hoor!

Maar ik zou ik niet zijn als ik benen had die kwamen tot aan mijn kin, voeten had waarmee ik zou kunnen skiën, een lichaam zou hebben waarmee ik drie cupmaten zou upgraden. Ik ben ik, anderhalve meter ik. Das meer dan genoeg.

Liefs.

8 gedachten over “Klein is fijn

Plaats een reactie